De niet-kleur wit zorgt voor flinke opschudding

Beeldende kunst

Arnhem – Je kunt het werken met de erfenis van Mondriaan noemen. De van oorsprong Egyptische kunstenaar Yahya Youssef put inspiratie uit de Nederlandse en Duitse abstracten en constructivisten.Het leidt tot een consequente,doordachte vormentaal die de bron niet onverhuld laat,maar toch een eigen geluid laat horen. Om te bewijzen dat de erfenis niet is uitgeput,boort Youssef in zijn nieuwe werk, dat momenteel in de Arnhemse galerie Stijl is te zien, nog steeds nieuwe vormen aan.Anders dan de ‘hard edge’ en de haar zo verwante abstracte geometrie, die heel erg voorspelbare vormen opleverden,heeft Youssef altijd het toeval een rol in zijn werk laten spelen.Zijn berekeningen om lijnen in een exacte hoek van negentig graden te laten kruisen, om lijnen perfect symmetrisch te laten lopen,worden niet met het hoofd maar op het gevoel uitgevoerd. Het gevolg is dat nieuwe invallen op gemakkelijke manier kunnen worden verwerkt.Deze toevalsfactor treedt vooral op in zijn zeefdrukken en kleine objecten. Zo heeft hij een reeks drukken van een groep van drie V- tekens in wisselende kleuren die constrasteren met twee basistinten zwart en grijs.De laatste druk in deze gang is na het gebruik van rood, geel en blauw plotseling wit. De niet-kleur wit, zoals Mondriaan haar noemde, zorgt voor flinke opschudding in de compositie: wit is hier inderdaad niet een kleur. ze valt samen met de witte achtergrond, is alleen als een uitgespaarde vorm tussen de andere V-tekens terug te vinden.

Youssef maakt voortdurend gebruik van heldere, onvermengde kleuren als rood, blauw, groen en wit.Hij onderzoekt kleur op haar intensiteit, om tot de conclusie te komen dat elke kleur een eigen dieptewerking geeft. Rood is nu eenmaal pregnanter aanwezig dan blauw, wit spreekt op een andere wijze aan dan geel. Door hier gebruik van te maken ontstaat een suggestie van diepte, van ruimtewerking, zowel in het platte vlak als in de beelden. Zo blijf je elke keer zoeken naar een betekenis van wat je feitelijk ziet. Ritme en orde, en alles wat je niet ziet, zoals lijnen die elkaar buiten het vlak trachten te ontmoeten; er zit voortdurend spanning in deze op het oog simple vormentaal.
.Trouw 24.april 1993
Cees Straus



Back to list of critics