N.R.C.Handelsdagblad , 10 october 1973

Door hans Redeker

Youssef

Youssef die zijn werk zelf wel "neo-compositaire kunst" heeft gedoopt, wist in de evolutie van de jongste vier jaren elementen van constructivisme en aanvankelijk vooral ook van op art te vesmelten tot een kunst, welke in bovenstaande zin " monumentaal" mag heten, ook al gaat het bij hem niet om grote formaten en zelfs vaak om een grafiek van relief en blinddrukken.

Zouden wij het begrip "monumentale kunst" erfelijk belast door "architectuur-kunst" verruilen, dan is Youssef's bijdrage daaraan een van uitzonderlijk zuiver verstilling. Wat Youssef aan de wand toevoegt is een mediatief veld, waarin de wand tegelijk gehandhaafd, "gerespecteerd" wordt en een eigen spirituele inhoud verkrijgt, nooit louter decoratief. Naum Gabo en later Vasarely mogen dan wel voor de ontwikkeling van Youssef's werk de twee grote voorgangers en leermeesters zij geweest, het resultaat is een hoogstpersoonlijke kunst, volledig doordacht in haar visuele taal-elementen.

Dat geldt voor de nonfiguratieve pentekeningen waaraan hij met de matihematische middelen van rechte lijn en cirkel,van kegelsneden, uitwaaierende of elkaar snijdende arceringen en enkele andere beeldende elementen een moeiend spel tussen het vlak en het geometrisch gesuggereerd ruimtelijke tot stand brengt. In zijn meest gecompliceerde composities bereikte hij daar inderdaad een heel eigen synthese van het constructivistische met het spel van optische suggesties, waaraan de naam Op Art is verbonden.
Het geldt niet minder voor zijn meest recente werken, waar het vlak soms slechts door een rechte of gebroken lijn in twee ongelijke vlakken wordt verdeeld, een zwart, een wit. Want ook in de kleur onderdrukt deze purist alles, wat door een uiterlijke, en irrationele charme afbrak zou kunnen doen aan de strict spirituele werking.


Back to list of critics